Het KNMI geeft een code rood of weeralarm af wanneer de weersituatie gevaar oplevert en aanleiding kan geven tot grote overlast of 'ontwrichting van de samenleving'.
Het KNMI kent in totaal drie soorten waarschuwingen, die afgegeven kunnen worden vanwege de weersomstandigen, zoals harde windstoten of onweer. Oplopend in zwaarte zijn dit de drie waarschuwingen:
Waarschuwing voor gevaarlijk weer (code geel):
Activiteiten die van het weer afhangen kunnen hinder ondervinden. Watersporters bijvoorbeeld moeten dan extra opletten.
* Deze waarschuwing wordt afgegeven als windstoten worden verwacht harder dan 75 kilometer per uur. Vanaf 48 uur van tevoren kan deze waarschuwing worden afgegeven.
Waarschuwing extreem weer (code oranje):
De extreme weersomstandigheden zorgen voor gevaar voor iedereen die buiten is.
* In de zomer wordt code oranje afgegeven als windstoten boven de 100 kilometer per uur worden verwacht ('s winters pas bij 120 per uur). Dat kan vanaf 24 uur van tevoren.
Weeralarm (code rood):
Er is sprake van extreem gevaar voor iedereen die buiten is.
* Een weeralarm wordt afgegeven als het voor meer dan 90 procent zeker is dat de verwachting van code oranje uitkomt en dat er ook ernstige overlast zal zijn. Verder zijn de criteria niet anders dan die van code oranje. Een weeralarm wordt nooit eerder dan 12 uur van tevoren afgegeven.
Deze drie waarschuwingen kunnen worden afgegeven voor harde wind, gladheid, onweer en regen. Voor mist, waterhozen en regen gaat het KNMI nooit verder dan code geel. Alle waarschuwingen worden afgegeven per provincie.